Kopafbeelding

Google                                                                 
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Referentieniveaus notatie:

meten en meetkunde

A Notatie, taal en betekenis
Maten voor lengte, oppervlakte, inhoud en gewicht, temperatuur,Tijd en geld,Meetinstrumenten,Schrijfwijze en betekenis van meetkundige symbolen en relaties

1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-fundament

Toelichting en voorbeelden bij 1-streef

Paraat hebben

Paraat hebben

Paraat hebben

Uitspraak en notatie van

  • (euro)bedragen
  • tijd (analoog en digitaal)
  • kalender, datum (23-11-2007)
  • lengte- oppervlakte - en inhoudsmaten
  • gewicht
  • temperatuur

Weten hoe je maten voor lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, temperatuur, data, tijden en geldbedragen uitspreekt en noteert.

  • Lengte/omtrek
    - Hoe spreek je de volgende maten uit: km, m, dm, cm,  mm?
    - Wat is de korte schrijfwijze voor 'kilometer'?
  • Oppervlakte
    - Hoe spreek je uit:
    'De oppervlakte van de hotelkamer is 25 m2'?
  • Inhoud
    - Schrijf de korte notaties op voor de maten: liter, milliliter.
    - Hoe kun je '10 kubieke meter water' korter noteren?
    - Hoe spreek je uit: 6 dm3?
  • Gewicht
    - Welke maten kun je gebruiken om aan te geven hoeveel iets weegt? (kilogram, gram, milligram)
    - Wat is de korte schrijfwijze voor 'milligram'?
  • Temperatuur
    - Hoe zeg je voluit: het is vandaag 15 0C ?
    - Wat is de verkorte schrijfwijze voor 'vijf graden boven nul'?

 

  • Tijd
    - Welke namen gebruiken we voor de dagen van de week en voor de maanden van het jaar?
    - Wat betekent: 23-11-2007?
    - Hoe schrijf je kort: 13 april 2008?
    - Hoe spreek je uit: 14.35 uur? Wat is het verschil met 2.35 uur?
  • Geld
    - Welke eurobiljetten en euromunten zijn er?
    Beschrijving: Eurogeld
    - Hoe spreek je uit: € 1,65, € 0,02
    - Hoe noteer je: 1 euro en vijfendertig eurocent?
    - Hoe schrijf je '125 eurocent' in een kommagetal?

Weten hoe je maten voor lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, temperatuur, data, tijden en geldbedragen uitspreekt en noteert.

  • Lengte/omtrek
    - Hoe spreek je de volgende maten uit: hm, dam, dm, cm, mm?
    - Wat is de korte schrijfwijze voor 'millimeter'?
    - Wat betekent 'dam'?
  • Oppervlakte
    - Hoe schrijf je in symbolen: 10 hectare?
  • Inhoud
    - Schrijf de korte notaties op voor de maten: liter, deciliter, centiliter en milliliter.
    - Hoe spreek je uit: 25 m3?
  • Gewicht
    - Welke maten kun je gebruiken om aan te geven hoeveel iets weegt? (kilogram, gram, milligram, ton)
  • Temperatuur
    - Schrijf kort op: 15 graden.
    - Wat betekent: 'het is -5 0C'?
  • Tijd
    - Welke namen gebruiken we allemaal om de tijd aan te geven?
    - Wat is 'een etmaal'? Wat betekent 'kwartaal'?
    - Wat bedoelen ze met: 'In week 35 komen de nieuwe banken'?



    - Bekijk het plaatje. Wat bedoelen ze met zomertijd en wintertijd??
    Beschrijving: TD_AT_7a05
  • Geld
    - Bij het tankstation staat dat de benzine 1,549 per liter kost.
    Beschrijving: a20061126262546
    'Dat kan toch niet, bij geld staan toch maar twee cijfers achter de komma?', zegt Linda. Wat denk jij?
    - Hoe noteer je: 12 euro en 2 eurocent?